Draken in de geschiedenis - De verschillende interpretaties
Er zijn al veel theorieën bedacht om het bijna universele geloof in draken onder de volken in de oudheid te verklaren. Sommige zagen draken als een product van het menselijke voorstellingsvermogen, dat voortkwam uit de angst voor het onbekende. Zij wezen erop dat de grenzen van onbekende gebieden op landkaarten tot 1600 na Christus werden versierd met draken of draakachtige monsters. Toch is het moeilijk voor te stellen hoe al deze geïsoleerde bevolkingsgroepen zich allemaal bijna hetzelfde hadden kunnen voorstellen, als die "denkbeeldige" wezens geen plaats in de werkelijkheid of in hun ervaring hadden ingenomen.
In mijn literatuurstudie kwam ik de volgende interpretatie vaak tegen: mensen hebben een universele behoefte om in dit soort dingen te geloven. Hierdoor heeft het menselijke onderbewustzijn op een diep niveau een begrip van dezelfde verzameling symbolen, wat mogelijk het gevolg is van een (vermeende) gemeenschappelijke evolutionaire herkomst. De populairste moderne interpretatie van mythen en archetypen is dat ze - in het onderbewuste - symbolisch zijn. Men kan zich echter afvragen waarom alleen de mens zo'n oud "dossier" heeft achtergelaten over hun omgang met dinosaurussen, en hoe zo'n collectieve herinnering na miljoenen jaren van evolutie en veranderingen tot totaal andere diersoorten nog zou kunnen bestaan.
Daarom zijn zelfs veel seculiere schrijvers bijna (maar niet helemaal) tot de conclusie gekomen dat de mens contact heeft gehad met dinosaurussen en de herinnering aan deze ontmoetingen heeft overgeleverd via verhalen over draken. Peter Costello, die de legenden over meermonsters en vermeende waarnemingen grondig heeft onderzocht, schreef het volgende: "Als we de vroege verslagen van de Ierse meermonsters doornemen, dan zien we dat de verbeeldingskracht vaak slechts oppervlakkig aan het werk is... Sommige van deze verhalen gaan duidelijk over echte dieren."
"The World Book Encyclopedia" (1973) merkt het volgende op: "De draken uit de legenden lijken opmerkelijk veel op wezens die in het werkelijke verleden geleefd hebben. Ze lijken erg op de grote reptielen die de aarde bevolkten lang voordat de mens op aarde zou zijn verschenen."
Met de woorden "zou zijn verschenen" geeft de schrijver aan dat hij het probleem onderkent. De mens zou pas veel later zijn verschenen, maar het lijkt er op dat de mens werkelijk met eigen ogen dinosaurussen heeft gezien en zijn waarnemingen vervolgens heeft beschreven en getekend. Hij kon hij over iets schrijven wat diep in de aarde begraven lag en al miljoenen jaren eerder was uitgestorven?
Peter Costello beschrijft hetzelfde probleem: "De plesiosaurustheorie die al vroeg werd geformuleerd, heeft nog steeds veel aanhangers... maar nogmaals, de vraag of dit verhaal zestig miljoen jaar kon voortbestaan zonder opgemerkt te worden... levert enorm grote problemen op."
Ook Daniel Cohen, schrijver van "The Greatest Monsters in the World" (oftewel "De grootste monsters ter wereld"), bespreekt de "sensationele mogelijkheid" dat de drakenlegende gebaseerd is op werkelijke dinosaurussen. Hij observeerde het volgende:
"Geen enkele wezens die ooit leefden leken meer op draken dan de dinosaurussen... maar deze theorie heeft een probleem. Het probleem is tijd. Voor zover wij weten stierven alle dinosaurussen meer dan 70 miljoen jaar geleden uit. Er waren zo lang geleden nog geen mensen op aarde. Wie kon zich die dinosaurussen dan herinneren?"
Cohen zegt: "Enkele vroege ontdekkers van dinosaurusbotten noemden deze 'drakenbotten'." Maar omdat de temporele en evolutionaire problemen kennelijk onoverkomelijk zijn voor mensen die in miljoenen jaren geloven, beweert Cohen dapper dat "wetenschappers tegenwoordig geen verband meer leggen tussen de dinosaurussen en de draken."
De overduidelijke conclusie is dat het verband tussen dinosaurussen en draken alleen belemmerd wordt door hun trouw aan de evolutieleer.
Maar slechts twee jaar na de publicatie van "Greatest Monsters" publiceerde Carl Sagan zijn boek "The Dragons of Eden" (oftewel "De draken van Eden"). Sagan was een wereldberoemd astronoom en spreekbuis van de atheïstische evolutionistische wetenschap. Ondanks zijn kijk op de leeftijd van de aarde en de evolutieleer stelde agan in zijn boek de volgende vraag: "Kunnen er mensachtige wezens hebben bestaan die de Tyrannosaurus Rex daadwerkelijk hebben ontmoet?" Sagan stelt: "Hoe dan ook, er waren draken in Eden." Sagan, een uitgesproken evolutionist, gaf zijn boek de subtitel "Speculaties over de evolutie van de menselijke intelligentie". Hij beschouwde Eden natuurlijk niet in de klassieke Christelijke of Bijbelse betekenis. Met "Eden" bedoelde hij een groeiend bewustzijn van de mens van zijn eigen bestaan. En hij zegt niet dat T-Rex werd gezien door mensen, maar door "mensachtige wezens". Maar dit is toch een flinke stap in de gedachtenwereld van mensen die in evolutionistische tijdsperioden geloven.
Copyright © 2002-2021 AllAboutCreation.org, Alle rechten voorbehouden